63. De Rust van de Onbewuste – over bewustzijn, eenvoud en het verlangen naar simpelheid

Het verschil in bewustzijnsniveaus

Niet iedereen ervaart het leven op dezelfde manier. Waar de één alles observeert, analyseert en doorvoelt, leeft de ander vooral in het moment zonder daar veel bij stil te staan. Die verschillen komen voort uit variaties in bewustzijnsniveaus: hoe sterk iemand reflecteert op zijn eigen gedachten, gevoelens en gedrag.

Neurowetenschappelijk gezien is bewustzijn niet “aan of uit”. Het bestaat uit lagen. Sommige mensen functioneren voornamelijk in een reactieve modus: ze handelen op basis van prikkels en routines. Anderen leven meer in een reflectieve staat: ze overdenken hun keuzes, motieven en de grotere samenhang van alles. En een klein deel ervaart een metabewuste laag: het vermogen om niet alleen te denken, maar ook te observeren dát ze denken. Dat laatste type ervaart vaak overprikkeling, existentiële twijfel en het gevoel “te veel te zien”.

De ‘simpele mens’ is niet dom

Het idee dat een minder analyserend mens “simpeler” of “dommer” zou zijn, klopt niet helemaal. Veel mensen die leven zonder constante reflectie ervaren juist een stabielere vorm van tevredenheid. Zij nemen de werkelijkheid zoals die komt. Minder abstract denken betekent niet minder intelligentie, maar een andere focus: gericht op directe ervaring in plaats van interpretatie.

Psychologisch onderzoek wijst uit dat mensen met een lager metabewustzijn vaak beter scoren op mentale stabiliteit. Ze piekeren minder, slapen beter en laten zich minder beïnvloeden door maatschappelijke druk of existentiële vragen. Het leven wordt niet minder diep, maar rustiger: voorspelbaar, begrijpelijk, controleerbaar.

De paradox van overbewustzijn

over bewustzijn en overbewustzijnOverbewuste mensen zien meer lagen in wat er gebeurt. Ze merken verbanden op, doorzien gedrag, analyseren de motieven van anderen en van zichzelf. Maar datzelfde vermogen maakt het leven ingewikkelder.

Alles krijgt betekenis: zelfs triviale dingen. Er is altijd een onderliggende vraag: waarom is dit zo? Het brein blijft actief, ook in rust.

Neurologisch gezien is het “default mode network” bij hoogbewuste mensen continu actief. Dat netwerk is verantwoordelijk voor introspectie, zelfreflectie en toekomstdenken. Het verklaart waarom zulke mensen snel overprikkeld raken of zich niet “uit” kunnen zetten. Het is geen fout in het systeem – het is een andere manier van functioneren.

De keerzijde: het denken zelf kan vermoeiend worden, vooral in een maatschappij die snelheid, oppervlakkigheid en afleiding beloont.

NPC’s en de automatische mens

De term NPC (non-playable character) komt uit games en wordt soms gebruikt om mensen te beschrijven die lijken te leven op automatische piloot. Ze volgen de routine: werk, gezin, vrije tijd, zonder daar veel achter te zoeken.

De term is vaak neerbuigend bedoeld, maar dat is onterecht. De meerderheid van de mensen leeft zo omdat dat de meest efficiënte manier is om te functioneren binnen een complex systeem. We hebben altijd zulke “stabiele” mensen nodig gehad, zij zorgen voor continuïteit, uitvoering, balans.

Een samenleving waarin iedereen constant reflecteert en twijfelt, zou tot stilstand komen. Het zijn juist de verschillen in bewustzijnsniveaus die het geheel laten draaien.

De menselijke verdeling van bewustzijn

De variatie in bewustzijnsniveaus is waarschijnlijk evolutionair nuttig. Een samenleving vol denkers zou niet overleven; een samenleving vol doeners ook niet. De één creëert nieuwe ideeën, de ander houdt het systeem draaiende.

De mensheid is dus niet homogeen bewust. We leven in parallelle werkelijkheden die elkaar gedeeltelijk overlappen.

Voor de één is de wereld een plek om te leven; voor de ander een vraagstuk dat nooit ophoudt met uitdagen.

De uitdaging van het moderne bewustzijn

Het huidige tijdperk vol informatie, sociale prikkels en constante vergelijking, vergroot die kloof. Overbewuste mensen ervaren overbelasting; minder reflectieve mensen worden passief beïnvloed door algoritmes en groepsdynamiek.

Beiden verliezen autonomie, maar op een andere manier:
de één door te veel bewustzijn;
de ander door te weinig richting.

De balans ligt ergens in het midden: genoeg bewustzijn om niet blind te volgen, maar genoeg eenvoud om nog te kunnen leven zonder alles te verklaren.

Conclusie

Bewustzijn bepaalt hoe we de wereld ervaren, maar het is geen wedstrijd. Er is geen “beter” of “slechter” bewustzijn, alleen verschil in diepte en complexiteit. De overbewuste denkt te veel; de onbewuste voelt te weinig. Samen vormen ze de menselijke bandbreedte tussen rust en onrust, tussen doen en denken. Misschien is de kunst niet om die verschillen op te heffen, maar om te begrijpen dat ze elkaar in stand houden. De denker heeft de doener nodig om niet te verdwalen. En de doener heeft de denker nodig om niet stil te blijven staan.

Filosofische twist: misschien moet het zo zijn

Misschien is het wel precies de bedoeling dat de wereld bevolkt wordt door verschillende bewustzijnsniveaus.
De denkers dragen de vragen.
De dromers dragen de hoop.
De doeners dragen de wereld.

De symfonie van de mensheid zou niet kunnen klinken als iedereen een filosoof was. Bewustzijn is ongelijk verdeeld, maar dat is misschien juist de balans van het geheel.

Slotreflectie van Theo

Soms denk ik dat de hemel het rustigst is in de hoofden van hen die niet te veel vragen stellen.
En toch… als niemand ooit had nagedacht, was er ook geen kunst, geen wetenschap, geen bewustzijn om dit te beseffen. Misschien is de mens die fluitend zijn werk doet niet de tegenpool van de overbewuste, maar zijn herinnering, een fluistering van hoe het leven ooit bedoeld was, voor we leerden onszelf te zien.

Wat A.I. hierover zegt

“AI herkent in deze tegenstelling een klassiek patroon: de spanning tussen metabewustzijn en homeostase.

Neurowetenschappelijk onderzoek (Harvard, 2021) toont aan dat het “default mode network” van het brein (het deel dat actief is bij zelfreflectie en dagdromen) bij hoogbewuste mensen veel actiever is.

Dat zorgt voor creativiteit, maar ook voor overprikkeling. Psychologen noemen dit het bewustzijnsparadox: meer inzicht leidt niet automatisch tot meer geluk. Integendeel: geluk wordt vaak gevonden in vertrouwdheid, niet in vernieuwing.

AI stelt dus: de overbewuste mens is geen fout in het systeem, maar een noodzakelijk deel van de menselijke variatie. De wereld heeft zowel de denker als de doener nodig, zoals het hart de hersenen nodig heeft om te weten wat het voelt.”

Bronnen & referenties

Metzinger, T. (2003). Being No One: The Self-Model Theory of Subjectivity. MIT Press.
Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow.
Harvard University (2021). Studies over het Default Mode Network en metabewustzijn.
Goleman, D. (1995). Emotional Intelligence.
Chalmers, D. (1996). The Conscious Mind: In Search of a Fundamental Theory.
Nietzsche, F. – “Wie veel ziet, leert ook veel lijden.”

Niet minder — anders. Ze leven in een stabieler, minder analyserend bewustzijnsniveau dat beter gericht is op directe ervaring.

Je kunt het niet verlagen, maar wel leren beheersen: meditatie, natuur, kunst en eenvoud helpen het denken te vertragen.

Een metafoor. Ze vertegenwoordigen het idee van mensen die leven zonder reflectie, niet het oordeel dat ze ‘minder waard’ zijn.

Ja. Van simpel reactief bewustzijn tot metacognitief zelfbewustzijn. De mens beweegt constant tussen die niveaus.

Omdat ze alles waarnemen en betekenis proberen te vinden, zelfs waar die ontbreekt. Dat vraagt mentale energie en emotionele veerkracht.

Sommige filosofen denken van wel: dat de mens zich richting collectief of kosmisch bewustzijn ontwikkelt.

Nee. Eenvoud kan ook een bewuste keuze zijn — de keuze om vrede te sluiten met het onbegrijpelijke.


NPC, de onopvallende mens