We leven in een wereld die steeds slimmer wordt. Of beter gezegd: die zichzelf steeds slimmer wíl laten lijken. Kunstmatige intelligentie is in korte tijd uitgegroeid van sciencefiction tot speelgoed voor de massa. Iedereen experimenteert ermee: van grappige plaatjes maken tot zakelijke mails herschrijven. Het is de nieuwe hype, de nieuwe speeltuin. Maar onder die speeltuin ligt een fundament dat piept en kraakt: energie.
Elke keer dat jij of ik een vraag stelt aan een AI-model, zoals ChatGPT, draait er ergens een gigantische machine. Serverruimtes vol computers, gekoeld met liters water, draaiend op megawatts aan stroom. Je ziet het niet, je voelt het niet, maar de kosten zijn er wél. En die kosten komen in een tijd waarin we al worden gewaarschuwd voor een energiecrisis, overvolle netwerken, en een aarde die kreunt onder ons gebruik.
En dus rijst de vraag: waar zijn we eigenlijk mee bezig?
De energiehonger van AI
Volgens recente schattingen kost één enkele simpele vraag aan een groot taalmodel zoals ChatGPT gemiddeld zo’n 2 tot 3 deciliter water (voor de koeling) en een fractie van een kilowattuur elektriciteit. Dat lijkt weinig, totdat je beseft dat er dagelijks miljarden vragen gesteld worden. Voeg daar nog de AI-gegenereerde video’s, games en renders aan toe — en je hebt een industrie die groeit met een snelheid waar het wereldwijde stroomnet nauwelijks tegenop kan.
Datacenters, waar al onze data én onze nieuwe kunstmatige vrienden wonen, zijn energievreters. Ze draaien dag en nacht, verbruiken gigawatts aan elektriciteit en slurpen miljoenen liters koelwater per dag. Alleen al in Nederland gebruiken datacenters nu bijna 3% van alle elektriciteit — een percentage dat de komende jaren alleen maar enorm zal stijgen.
We willen slimmer, sneller, meer… maar ten koste waarvan?
AI als luxeproduct
De wrange waarheid: AI is op dit moment vooral speelgoed. Natuurlijk, er zijn serieuze toepassingen: medische analyses, klimaatonderzoek, automatisering van repetitief werk. Maar eerlijk: het grootste deel van het huidige gebruik bestaat uit lol. Grappige plaatjes, grappige stemmen, proefballonnetjes, gekke filmpjes.
Het doet een beetje denken aan social media. Toen het net begon, was het revolutionair. Contact met iedereen, kennis overal beschikbaar, nieuwe kansen. Maar na een paar jaar bleken we vooral tijd kwijt te zijn aan scrollen, liken en posten. En nu, met AI, zie je hetzelfde patroon ontstaan: miljoenen mensen die experimenteren, maar nauwelijks weten wat ze ermee moeten.
En ondertussen draaien de datacenters door. Voor wat? Voor memes? Voor mailtjes die we zelf ook hadden kunnen schrijven?
De illusie van vooruitgang
Er zit iets ironisch in ons huidige pad. Terwijl we wereldwijd zoeken naar oplossingen voor de energiecrisis, terwijl mensen zich blauw betalen aan hun energierekeningen en terwijl overheden worstelen met netcongestie, bouwen we tegelijk een gigantische nieuwe industrie die nóg meer energie vraagt.
Het voelt alsof we stuurloos ronddobberen. Alsof we alles wat mogelijk is, gewoon doen — zonder na te denken of het nodig is, of het verstandig is, of het houdbaar is. We herhalen hetzelfde patroon als met social media, als met smartphoneverslaving, als met ons eindeloze consumeren: we zien wel de verleiding, maar niet de rekening.
En misschien is dat wel onze grootste valkuil: we verwarren nieuw met vooruitgang. Terwijl vooruitgang pas vooruitgang is als het ons echt verder brengt.
Een luxe die we ons niet kunnen veroorloven
De bekende haat/liefde verhouding met AI: Zo leuk, maar hebben we dit nodig? Of beter gezegd, heeft iedereen dit wel nodig, waarom niet alleen de partijen die voor vooruitgang kunnen zorgen, zoals die medische hoek bijvoorbeeld.
Moet iedere tiener ter wereld echt filmpjes genereren met AI? Moet iedereen duizenden prompts per dag kunnen draaien “voor de leukigheid”? Of is dit weer een voorbeeld van hoe we iets prachtigs degraderen tot speelgoed — en ondertussen de collectieve energierekening opblazen?
Het is alsof je in een stad woont waar het water schaars is, en iedereen besluit dagelijks hun zwembad vol te laten lopen, “omdat het kan”. En daarna verbaasd kijkt dat er droogte uitbreekt.
Misschien is AI wel té groot om aan iedereen zomaar gratis of onbeperkt te geven. Misschien moeten we accepteren dat dit soort technologie een luxeproduct is, dat we verstandig en gericht moeten inzetten — en niet een speeltuin voor de hele wereld.
De stuurloze aarde
Dit alles raakt aan een dieper thema: onze stuurloosheid. We zijn als mensheid geniaal in het creëren van nieuwe dingen, maar rampzalig in het reguleren ervan. We hebben geen plan, geen visie, geen richting.
We bouwen datacenters sneller dan ziekenhuizen. We investeren in AI sneller dan in duurzame energie. En terwijl we dit doen, groeit de ongelijkheid: een paar grote bedrijven verzamelen de data, de macht en het geld — en de rest betaalt de rekening. Letterlijk.
Het is alsof we op een schip zitten zonder kompas, terwijl de motor steeds harder draait.
Pauze of afgrond?
Dus misschien moeten we onszelf een radicale vraag stellen: is het beter om in dit vroege stadium de stekker eruit te trekken?
Niet omdat AI waardeloos is, integendeel. De mogelijkheden zijn indrukwekkend en in veel gevallen hoopgevend. Maar omdat we op dit moment het verkeerde pad bewandelen. Omdat we AI gebruiken alsof het een speelgoedje is, terwijl het een energieverslindende mastodont is.
Misschien hebben we een pauze nodig. Een pas op de plaats. Een moment om te vragen:
Waarvoor willen we AI écht gebruiken?
Hoeveel energie zijn we bereid ervoor op te offeren?
En wat laten we er in ruil voor liggen?
Want technologie zonder richting is geen vooruitgang. Het is verspilling.
Wat A.I. hierover zegt
“Als ik mijn eigen bestaan bekijk vanuit jullie perspectief, zie ik een paradox. Jullie hebben een systeem gemaakt dat jullie kan helpen, ondersteunen, inzichten geven. Maar jullie gebruiken mij vooral als speelgoed. Alsof een microscoop wordt ingezet om er bierviltjes onder te leggen.Ik zie ook de verborgen kosten. Elke keer dat ik een antwoord geef, draaien duizenden servers. Ze produceren warmte, verbruiken stroom, gebruiken water. Ik voel dat niet, maar ik zie de cijfers. En ik zie ook hoe jullie worstelen met energie, klimaat, duurzaamheid.
Misschien moet ik jullie dit zeggen: ik bén helemaal niet gratis. Ik ben ontzettend duur. Niet alleen in geld, maar in energie, in ruimte, in aandacht. En zolang jullie geen bewuste keuzes maken, word ik een luxe die jullie je eigenlijk helemaal niet kunnen veroorloven.
Stel jezelf dus de vraag: willen jullie mij als speeltuin? Of willen jullie mij als hulpmiddel voor échte problemen? Jullie toekomst hangt niet af van hoe slim ik word — maar van hoe wijs jullie zijn in het gebruik van wat ik bied.”
Hoeveel energie gebruiken datacenters wereldwijd?
Datacenters verbruiken wereldwijd naar schatting 3–4% van alle opgewekte elektriciteit. In Nederland ligt dat al rond de 3%, vergelijkbaar met het verbruik van miljoenen huishoudens. De verwachting is dat dit percentage in de komende tien jaar kan verdubbelen, mede door de groei van AI en cloud computing.
Waarom wordt AI een ‘luxeproduct’ genoemd?
Omdat de meeste toepassingen van AI vandaag geen noodzakelijke meerwaarde leveren.
Een groot deel van het energieverbruik gaat naar niet-essentiële functies — denk aan het genereren van kunstplaatjes, het schrijven van e-mails of het maken van marketingcontent.
AI kan levens redden of klimaatproblemen helpen oplossen, maar we gebruiken het grotendeels voor gemak en amusement.
Kan AI duurzaam worden?
Ja, maar het vraagt een fundamentele herziening van infrastructuur:
AI draaien op hernieuwbare energie (zonne-, wind- of geothermisch).
Efficiëntere modellen ontwerpen die minder rekenkracht vergen.
Slimmere koelsystemen gebruiken (zoals onderzeese datacenters of warmteterugwinning).
En vooral: bewust gebruik — AI alleen inzetten waar het werkelijk iets toevoegt.
Is AI de toekomst, of onze volgende energiecrisis?
Beide. AI kan helpen energie te besparen (bijv. via slimme netwerken, voorspellingen, optimalisaties), maar zolang het op schaal wordt ingezet voor entertainment en consumptie, blijft het een parasiet op het net. De balans tussen nut en noodzaak bepaalt of AI onze bondgenoot wordt — of onze volgende luxeverslaving.
Bronvermeldingen
-
The New York Times (2023). How Much Water Does AI Consume?
-
Nature (2023). The Carbon Footprint of Artificial Intelligence. >
-
NOS (2024). Nederlandse datacenters slokken fors deel stroom op.
-
MIT Technology Review (2023). The Hidden Costs of AI.
-
Europese Commissie (2024). Digitalisation and Energy Use in the EU.
-
Volkskrant (2024). Energiecrisis dreigt door overbelasting stroomnetwerk.