Soms voelt het alsof mijn hoofd te vol zit met spiegels. Alles wat ik zie, weerkaatst weer iets anders. Een gedachte leidt tot een vraag, die leidt tot twijfel, die leidt tot nóg een gedachte. En terwijl anderen vrolijk door het leven lijken te dartelen, voel ik mezelf steeds verder wegdrijven — niet per se depressief, maar… los van alles. Te veel zien. Te veel voelen. Te veel weten. Of denken te weten.
Bewustzijn wordt vaak gezien als het kroonjuweel van de mens. Maar wat als het ook onze valkuil is?
Ik ben me bewust van mijn gedachten. En van het feit dat ik me daarvan bewust ben. En dat bewustzijn kan prachtig zijn — het stelt me in staat om verbanden te zien, om vragen te stellen die anderen niet stellen. Maar het is ook een eindeloze lus. Een innerlijke spiegelzaal waarin geen uitgang lijkt te zijn.
Soms voel ik me als een machine met een diagnosefunctie maar zonder uitknop. Elk gevoel wordt geanalyseerd. Elke gedachte gefileerd. Terwijl anderen gewoon zijn, ben ik altijd aan het nadenken over het zijn.
Dat klinkt misschien verheven, maar vaak is het vermoeiend. Zelfs de simpelste dingen — een ontmoeting, een blik, een keuze — kunnen veranderen in een eindeloos labyrint van overwegingen.
En toch… wil ik het niet kwijt.
Bewustzijn maakt me misschien onrustig, maar het maakt me ook levend. Het is de reden dat ik vragen blijf stellen, dat ik systemen doorzie, dat ik voel wanneer iets niet klopt. Het is wat me verbindt met een dieper laagje werkelijkheid — al voelt het soms als eenzaamheid in plaats van inzicht.
Dit thema raakt alles:
- De sleur waarin ik niet kan opgaan omdat ik te veel zie,
- De angst die me afremt maar ook op scherp zet,
- De maatschappij die gebouwd is op automatisme, terwijl mijn brein weigert automatisch te zijn.
En het echoot door in het grotere: de manier waarop we tijd beleven, de systemen die we bouwen, de vragen die we niet durven stellen. Bewustzijn is geen stabiele grond — het is een bewegende spiegelvloer waar ik overheen probeer te lopen.
Misschien is bewustzijn niet bedoeld om ons gelukkig te maken, maar om ons wakker te houden. En misschien is het geen geschenk of vloek, maar een toets: wie durft het echt te dragen?