Elke ochtend gaat mijn wekker weer af, en ik voel meteen dat zelfde ritueel opborrelen: opstaan, verplichtingen, schermtijd, boodschappen, een serie of wat vrienden, en dan weer naar bed. En morgen? Precies hetzelfde. Ik merk dat ik me vaak afvraag: waarom lijkt niemand zich hier druk om te maken? Alsof dit leven gewoon normaal is, terwijl ik steeds vaker denk: is dit leven, of slechts een eindeloze simulatie?
Het voelt alsof we gevangen zitten in een systeem dat niet bedoeld is om vrij te zijn, maar om voorspelbaarheid te garanderen. Iedereen volgt hetzelfde script: opstaan, werken, consumeren, slapen. Zelfs onze vrije tijd is ingepland en georganiseerd.
En als ik soms uit dat patroon stap, voel ik me bijna schuldig, alsof ik het systeem verrader.
Dit is geen bijwerking van de maatschappij. Dit ís de maatschappij. Een machine die draait op routine en controle. Want systemen houden van voorspelbaarheid. Het maakt alles meetbaar, beheersbaar. De spits, de schooltijden, de werktijden – het is allemaal zorgvuldig afgestemd.
Misschien is die sleur geen fout in het ontwerp, maar juist het ontwerp zelf. We worden geprogrammeerd om te blijven draaien in die cyclus, net genoeg prikkels om niet te protesteren, net genoeg variatie om het vol te houden.
Deze ervaring zit diep verweven met alles waar ik over nadenk:
De vervreemdde tijd die geen natuurlijk ritme meer volgt (hoofdstuk 1), de controlemechanismen die ons gevangen houden (macht & controle), de breuk met de natuur die ons ooit verbonden hield (kosmos & resonantie), en ons eigen brein dat dit alles maar moeizaam verwerkt (mens & bewustzijn).
De sleur is niet zomaar een vervelend patroon. Het is een structureel systeem waar ik tegenaan loop. Soms lijkt het alsof we niet gemaakt zijn om écht vrij te zijn, maar om deze structuur te simuleren totdat het ons breekt.
Afsluiter
Misschien is het zo dat die sleur het systeem in stand houdt. En misschien, als jij je verveelt of afvraagt wat het allemaal betekent, ben je niet lui — maar juist bezig met ontwaken.