Ooit wel eens bij stil gestaan dat we helemaal niet zo natuurlijk met onze kalender, tijd en maanden omgaan? Iets klopt er niet aan onze maanden, we lopen altijd achter de feiten aan. Januari voelt als een oneindige maandag, april als een dronken dinsdag, en tegen de tijd dat augustus arriveert is iedereen te moe om nog te doen alsof. We noemen het tijd. Maar het voelt als een grapje die we zo vaak herhaald hebben dat zelfs ons biologische ritme is gaan protesteren. Onze tijd lijkt niet natuurlijk meer, maar een constante najager. Voor degene die volledig opgaan in de matrix, lijkt er weinig aan het handje – Maar voor vele vrouwen én onder andere de neurodivergente groep is het soms lastig als heel de wereld niet gelijk loopt met jouw persoonlijke klokje.
Er was een tijd waarin tijd geen vast gegeven was. De maan dicteerde onze maanden: dertien cycli van 28 dagen, ritmisch en rond, net als een vrouwenlichaam of een getijde. Eigenlijk precies zoals tijd bedoeld was dus, en precies zoals de rest van de natuur nog steeds wel dat biologische klokje hanteert. Maar dat klokje was ons te organisch, te oncontroleerbaar, te natuurlijk. Dus sneed men. Schrapte. Plakte. Want dat is wat wij mensen overal schijnen te doen.
Biologisch klokje
Als ik even naar mezelf kijken zo door de jaren heen. Dan kan ik wel vaststellen dat ik het persoon ben die swinters liefst een klein winterslaapje houdt, iets minder actief, wat luier. Zodra het voorjaar aanbreekt, dan giert de energie, motivatie en inspiratie weer door mn bloed en ben ik onhoudbaar. Als we het op dagelijks niveau bekijken, dan begint mijn dag altijd te vroeg en zodra deze diesel echt op gang komt dan ligt de rest van het land al in dromenland. Mijn biologisch klokje zou geen werkdagen van 9 tot 5 hanteren maar eerder een van 12 tot 20 of nog later. Maarja, dan loop je scheef met de matrix. En dus lopen we maar braaf achter de feiten aan.
Kalenders uit de oudheid
In 46 v.Chr. voerde Julius Caesar de Julianus-kalender in: 12 maanden, met dagen die reikten tot 31 om het jaar in balans te brengen met de zon. Zijn opvolger, keizer Augustus, vond het niet eerlijk dat zijn maand korter was dan die van Julius, dus ook augustus kreeg 31 dagen. Zo werd de kalender voorzichtig al een politiek prestigeproject.
Pas in 1582 kwam de paus eraan te pas. De Gregoriaanse kalender verving de Julianusversie omdat de zonnewendes langzaam begonnen te verschuiven – en tegelijk werd het innen van belasting met de nieuwe kalender gemakkelijker.
De werkelijke betekenis van de maanden
September betekend letterlijk de zevende maand (septem=7), oktober de achtste (octo=8), november (novem=9), december (dec=10) als tiende maand en dus niet als twaalfde. Het nieuwe jaar begint eigenlijk in maart en eindigt in februari, met 13 maanden van elk 28 dagen. De namen van de maand kloppen dus niet meer, en het aantal dagen per maand ook niet.
Tijd tekort?
Onze huidige kalender is in alle opzichten heel onnatuurlijk, zelfs voor onszelf. En toch bouwen we er onze hele maatschappij op, afwijkend van alles in de natuur. Waar zou dat haastige gevoel toch vandaan komen, alsof we dagelijks tijd tekort komen?
De vervreemding van natuurlijke tijd is geen detail — het is een fundament. Het verklaart waarom we altijd haasten maar nergens zijn. Waarom zingeving zoek is. Waarom burn-outs ons treffen als seizoensstormen. Tijd is al lang geen cyclus meer, maar een rechte lijn — en wij sindsdien altijd rennen om hem bij te houden.
Dit raakt overbewust thema’s zoals: macht & controle (tijd als beheersmiddel), kosmisch bewustzijn (verbroken relatie met maan en seizoenen cq natuur), systeem & sleur (uniforme maanden vol deadlines), en zelfs taal (door vernoemingen die niet meer kloppen). We klagen wel, over hoe de tijd vliegt, of hoe weinig tijd we hebben, maar we zien het daadwerkelijke probleem niet. Zijn we wel zo bewust als dat we denken te zijn?
<>h2>De kalender van het dierenrijk
Ook ooit wel eens bij stilgestaan dat het in de natuur, er geen dier is waarbij tijd een vast constant gegeven is. Je laten leiden door seizoenen, de zonsopkomst… Zoals een beer in de winter een winterslaap neemt of de vogels hun dag pas begint bij de eerste zonnestralen. Wij worden geleid door klokjes, wekkers en alarmen. Elke dag is het om 8u gewoon 8u, winter of zomer, donker of licht, de tijd ramt gewoon door. Zonder winterslaap, zonder natuurlijke wekker, zonder natuurlijk verloop. Een tijd die ’s zomers en ’s winters even hard doorjakkert, en dat dus ook nog eens in maanden die al lang niet meer kloppen.
Onze kalender als masker
Misschien is onze klok geen metronoom, maar een masker. Wat als we de maan weer zouden volgen? Zouden we dan eindelijk weer natuurlijker en minder gehaast door de seizoenen rollen?